dinsdag 6 juli 2010

Nederland-Uruguay

De vorige keer dat ik zat te schrijven onder een voetbalwedstrijd was in De Bengel in Lochem – Twente werd kampioen en de kroeg was zwart-wit en een beetje rood gekleurd. Van wat ik daar schreef, zal niemand meer getuige zijn. Dat was in mijn Moleskin, het boekje dat weg is zoals bekend uit een vorige column. Nu zit ik met mijn billen bovenop de sitetable in onze woonkamer, de banken gevuld met oranje opgetuigde kinderen en vrienden. Ik type op mijn laptop met wat zweterige handjes. Want als ik eerlijk ben – ik kan hier niet zo goed tegen. Ik bedoel, tegen het kijken naar een spannende voetbalwedstrijd. Ik word hier zó zenuwachtig van. Het "Ooah, toe dan!!!” en “Aaoh, neeeee….” is niet van de lucht. Dat maakt het niet beter. Mijn vriendin roept elke drie minuten – al vijf keer dus want het is de zestiende minuut- “Nou, kom op jongens!",  en dit op een volume waarmee zij bij een handbalwedstrijd van haar dochter al een keer van de tribune is gestuurd. Alsof mijn zenuwen alleen niet genoeg zouden zijn.
Ik kan er gewoon niet zo goed tegen. Kijk, bij zo’n finale van Wimbledon dan kun je na elke game weer even ademhalen, dan is een puntje meer of minder niet zo erg. Even spanning, en dan gewoon een nieuwe game, nieuwe set, nieuwe kansen. Zo is het niet bij voetbal – minimaal 90 minuten lang is dit tergend, want je weet maar nooit. Al sta je 2-0 voor, als het die Duitsers zijn dan scoren ze in blessuretijd soms nog wel drie goals in twee minuten.
Ik kan hier helemaal niet goed tegen, ik word hier zo zenuwachtig van. Ook al is het nu ondertussen 1-0 voor Nederland, dan nog. Kijk, daar heb je het al – een opstootje. De Zeeuw is door een onverlaat van Uruguay in zijn gezicht geschopt en Sneyder heeft al weer geel te pakken. Straks spelen we nog met tien man…, zucht.
Eigenlijk snap ik mezelf niet zo goed. Want om nou te zeggen dat ik het diep in mijn hart écht belangrijk vind, nee. Ik vind het heus leuk voor die jongens dat ze het goed doen. Hoewel, als ik heel eerlijk ben kan zelfs dat me niet echt schelen. Of Wezelie nou een blije jongen is, maakt mij eigenlijk niets uit – ik ben Jolante niet. Ik ben ook mijn opa niet – hij was een voetbalfanaat die zich druk schoppend tegen de onderkant van zijn stoel enorm kon opwinden over wat Heerenveen nu weer uitspookte op het veld. Als hij al voor Petrus zou moeten verschijnen, die kans daartoe in zijn overtuiging zeer klein, dan kwam hij ongetwijfeld niet door de poort vanwege al zijn gevloek en getier onder het kijken van een potje voetbal.
En ja hoor, 1-1. Zie je wel. Ik kan er écht niet tegen. En nu is het rust en moeten we nog eens vijfenveertig tergende minuten. Maxima zit ook op de tribune zag de cameraman. Lekker makkelijk zo zonder zenuwen. Die is al klaar natuurlijk – Argentinië is naar huis dus het landje van haar echtgenoot is leuke tweede keus. Ik had gehoopt dat Nederland er snel uit zou liggen, dan kon ik lekker voor Engeland zijn waar ik een tijd gewoond heb en dus ook wat loyaliteit ligt. Als het dan mis gaat kun je denken: ach ja, het zijn die Engelsen maar, kan mij het schelen. Maar ja, de Engelsen naar huis en hier zit ik - met Nederland in de halve finale en zweethandjes op de bank. Heb net met een oog gekeken en probeer de eerder genoemde uitroepen in de kamer te negeren. Ik kan me ook niet inhouden en roep, nee schreeuw nu zelf. Heb in drie seconden al meer gescholden dan mijn Opa in een hele wedstrijd van Heerenveen bij elkaar. Hij kende dan The f***- en S***-word niet maar alle andere woorden moeten hem bekend in de oren geklonken hebben. Oh, wat is dit erg – je zo druk maken over iets wat je niets kan schelen. Oh, Yes!!!!! Jahaaa, Yes,Yes, Yeserderyes – het is 2-1! De polonaise op de tribune, heel Africa Vuvuzelaat voor Oranje, Maxima’s wilde haren schudden vrolijk heen en weer in de herhaling van een close-up. Ik weet zeker dat zij, met mij, heel haar hart toch echt bij Nederland heeft liggen. En ja, hoor 3-1. Mijn vrienden, echtgenoot en oranje getooide kinderen dansen door de kamer. Maar nu komt het ergste – de laatste minuten. Oh ja, en dan nog natuurlijk die tergende, vreselijke 3 minuten extra tijd, oh zucht. En nee, niet te geloven – Uruguay scoort. Dit zal niet waar wezen, niet in de laatste minuten. Ik geef er niets om maar alsjeblieft niet… Oh nee, geel voor Van Bommel, de scheids speelt maar door en door: 3 minuten extra tijd maar het is al 94.20. Hoe kan dit?! Scheids, fluit af!!!!!!
Gelukkig, ik mag dit hele zenuwslopende spektakel nóg een keer. Nederland in de finale van het WK 2010, ongelofelijk. Misschien ga ik zondagavond maar gewoon een rondje fietsen, van ruim negentig minuten….