Uit Huize Toetsplezier door C. Van Nieuwenhoven

zondag 4 april 2010


Ik heb altijd gedacht dat ik voor opa en opa Van Nieuwenhoven ooit zong:

Lieve opa en opoe, ik wens u geluk toe
En ik hoop dat u na deze dag
Nog heel veel jaren, zult mogen vergaren
En in ons midden blijven mag.

Voor het praatje waarmee ik het optreden van het kleinkinderkoor Retteketeth wilde inleiden, had ik de precieze datum gister nog even opgezocht: op papieren van de Maatschappij van Weldadigheid vond ik dat Cornelis van Nieuwenhoven, geboren 13 augustus 1878 op 16 mei 1914 gehuwd was. Ik zou het lied, zo dacht ik, dan ter gelegenheid van hun 40-jarig huwelijksfeest gezongen hebben, en dat vertelde ik aan de gasten, nadat ik ze eerst herinnerd had aan het lied dat ik vijf jaar geleden voor Teth schreef, waarvan de eerste regel van het refrein,

O, wat had ze vroeger mooie ogen,
Puur natuurlijk bruin was nog haar haar,

nogal wat tumult teweeg hadden gebracht. Vervolgens bracht ik de toespraak van Herman Haarbrink ter sprake die een jaar later als een verliefde puber zijn 65-jarige Ineke in het zonnetje had gezet. Na afloop van het feest had Teth op weg naar huis tegen me gezegd: Zo ben ik nog nooit toegesproken. Twee redenen om ter gelegenheid van haar vijfenzestigste verjaardag maar niet weer te zingen. Het Lieve opa en opoe had me echter op het idee gebracht om Daan, Nienke, Veerle, Hidde en Sil iets te laten doen.
En zo gebeurde gister. Op de wijs van Ik heb een tante in Marokko en die komt, dat ik Hidde en Sil een tijdje geleden heel enthousiast had horen zingen, maakte ik een refreintje en voor iedereen een coupletje, nadat ze, daartoe door mij per e-mail uitgenodigd, allemaal iets over oma hadden opgeschreven.
Het ging fantastisch goed, ze kenden de tekst die ik afgelopen maandag met Hidde en Sil even had geoefend, toen we daar oppasten en oma in Deventer moest bloemschikken, en woensdag, toen we weer in Deventer terug waren en Teth voor de tweede cursusavond was vertrokken, met Daan, Nienke en Veerle die met Petra daarvoor speciaal naar Deventer gekomen waren.
Toen Sil gister arriveerde, stormde hij op me af en kreeg ik zijn tekst meteen ingefluisterd. Ook het couplet van Hidde kende hij feilloos, en, zo vertelde Astrid, hij was erg teleurgesteld, dat hij ook dat niet mocht zingen. Terwijl hij na de zwemles vorige week bij ons in de auto zat, kon hij het niet laten de melodie te neuriën. Teths reactie dat het Ik heb een tante in Marokko was, had hij ontkend: hij zong natuurlijk oma’s verjaardagslied, maar dat vertelde hij gelukkig niet. Ook de Doggertjes hadden hun coupletten de afgelopen dagen voortdurend ten gehore gebracht, en waren toen oma vorige week plotseling arriveerde, nog maar net op tijd door Petra tot stilte gemaand. Wanneer gaan we nu zingen? vroeg Nienke, terwijl verschillende gasten nog aan hun ontvangstchampagne nipten.
Toen de spinaziesoep op het vuur stond werd het publiek eindelijk tot stilte gemaand. Het refreintje

Oma Teth is vijfenzestig jaar,
En we houden heel erg veel van haar,
Daarom zingen wij dit liedje
Op het melodietje
Van die tante in Marokko met elkaar

werd door de jongsten snel onder het publiek verspreid, en daarna nam Nienke zonder dat daarover iets was afgesproken het woord om even te vertellen, wat er was gebeurd en ging gebeuren. Eigenlijk was mijn inleiding dus helemaal niet nodig geweest.
Het lied ging geweldig, stuk voor stuk kenden ze hun tekst feilloos, en prachtig zongen ze die, begeleid door de basjes van mijn Victoria, al sprak hekkensluiter Daan meer dan hij zong. Na elk couplet zetten ook de toehoorders enthousiast het refrein in.
Een plaatje was het volgens Tine Hiddink, opa temidden van zijn kleinkinderen.

Maar na afloop kwam m’n moeder naar me toe om me er even op te wijzen, dat het niet opa en opoe Koelekoelekoele, zoals ik ze noemde, waren geweest die ik had toegezongen, maar háár ouders toen die in 1955 hun gouden bruiloft vierden. Zij zong voor mij ook nog even het tweede gedeelte van het lied

Uw kleinkind’ren leerden
Uw goedheid waarderen,
En danken u daarvoor in overvloed,
Want altijd stond u klaar
Voor uw grote kinderschaar,
Opa en opoe, het ga u goed.


Uit uw grote kinderschaar blijkt overduidelijk dat ze gelijk had: aan de Oostvierdeparten was mijn vader het enige kind.
Het feest daar in de schuur, dat ik me nog herinner, was het 35-jarig huwelijksfeest geweest, en niet ik –nog maar zeven in 1949– maar zij en mijn vader hadden daar op de wijs van Dan komt de maitiid van Tetman de Vries o.a. gezongen:

Een kleinzoon werd geboren,
Een houder van de stam,
Die naar wij hopen opa’s naam
Met ere dragen zal.

Niet alleen het kinderkoor was een plaatje: het hele feest was buitengewoon geslaagd. In de eerste plaats natuurlijk door de fantastische ruimte van de boerderij van Petra en Michiel, die eigenlijk gemaakt is voor zoveel gasten. Wat geweldig dat ze, toen Teth zat te dubben hoe en waar ze haar 65e verjaardag zou vieren, meteen aanboden het aan de Spanjaardsdijk te doen. Dankzij de inzet van Petra en haar oudste dochter zag alles er perfect uit: ballonnen aan het toegangshek, het erf keurig opgeruimd, bloemen binnen en buiten, en in de kamer een grote berkentak met foto’s van de jarige in door de kleinkinderen beschilderde lijstjes. De luiken voor de raampjes van de schuur, die net als de deuren van de opbergkast in de bijkeuken door de Poolse schilders Peppie en Kokkie vorige week op een wel erg ongelukkig moment voor een schilderbeurt waren gedemonteerd, had Michiel weer opgehangen, en geassisteerd door z’n zoon en z’n neefjes wees hij toen de gasten arriveerden ieder een parkeerplaats. Nienke, zonder wie het feest eigenlijk niet had kunnen doorgaan, speelde met overgave haar rol als garderobejuffrouw, al was haar geluk misschien nog groter geweest als ze de gasten een nummertje had mogen uitdelen nadat men haar de jas had overhandigd.
Iedereen –nieuw in ons gastenassortiment waren Joke Wessels, Fokke en Hettie Gort, en Jerk en Joke Vogelzang– was zeer onder de indruk, al hadden velen de afgelopen zomer ons zomerhuisje, zoals we het in de uitnodiging hadden genoemd, al bewonderd.
Maar zonder het buffet waarvoor Teth tweeënhalve dag continu in de keuken stond, had het feest natuurlijk ook niet de allure gehad, die het nu had. En hoe lang ze in de culinaire geschriften heeft zitten turen heb ik niet bijgehouden, net zo min als de uren die planning, organisatie en logistiek verder nog hebben gekost, maar het zijn er heel erg veel geweest.
Het liep dan ook allemaal gesmeerd, mede dankzij de professionele serveerhulp van een heel aardige Raaltese Annelies, van wie Michiel wist dat ze zich voor dergelijke avonden verhuurde. Toen iedereen tegen een uur of half elf was vertrokken, stonden alle glazen en borden weer schoon op het aanrecht.

Na de koffie hebben we vanmiddag een Touran vol glaswerk, keukenspullen en overgebleven flessen uit Heeten opgehaald. De hele middag is de jonge 65-jarige nog bezig geweest alles weer z’n plekje te geven.