Italië 2007 Ken je die van die twee families die naar Zweden zouden?

Lago di Piano, Carlazzo
Italië
juli 2007

Reisverslag van een zomervakantie
van de Van Loevezijn’s en De Doggers




Voorwoord

Nu Femke zo goed kan photoshoppen en ik altijd graag mag opscheppen over mijn schrijftalent was het idee van een gezamenlijk te maken reisverslag - bij een glaasje wijn in de tuin aan het Wormer - gauw geboren. Na onze succesvolle vakantie in Bretagne vorig jaar gaan we weer samen op vakantie. Een half jaar lang wordt er voorbereid en bedacht: een nieuwe luifel aan de de Waard-tent van Van Loevezijn, boekjes over Zweden voor mijn verjaardag gekregen, reguliere Zwedengangers brachten folders en toeristische informatie voor ons mee. Het boekje Rustiek kamperen in Zweden levert een mooie plek in Vänersborg, het doel.

De nieuwe luifel is mee maar we zijn op weg naar Italië. De afgelopen week thuis werd er zenuwachtig gegoogled naar Zweden weer en sites als www.weeronline.nl of www.weather.com druk bezocht. De voorspelling op de laatstgenoemde varieerde van rain, drizzle, tot heavy rain en weer terug.
De deceptie bij Michiel en Femke is groot. Ons avontuur naar Zweden is afgeblazen door de slechte weersvoorspelling, geen zin om een week in de regen te zitten. Het voelt een beetje alsof je blij bent gemaakt met een dooie mus.
Met opnieuw een glaasje wijn aan het Wormer - binnen, met de openhaard aan omdat het gewoon koud was in huis - werd Rustiek kamperen in Noord en Midden Italië geraadpleegd. Nieuw doel: de Italiaanse meren, camping Cusio in Orta San Giulo. Een reisverslag met het volgende motto:

Ken je die van die twee families die naar Zweden gingen?
Ze gingen niet…..




Maandag 9 juli 2007, onderweg op de E 35

De Gotthard-tunnel nadert terwijl ik dit schrijf. We zijn al een aardig eind op weg en tot nu toe zeer voorspoedig.

Gisterochtend zouden we om een uur of negen vertrekken uit Heeten. Zoals gewoonlijk wat vertraging. Bandenspanning, tanken en een vergeten mobiel van Michiel maakten dat we om iets over half tien vertrokken. Zwaar beladen, het past er dit jaar maar net in. Wij hebben dit jaar de waterkoker en laptop van Femke maar zij heeft dan wel zonder medeweten van Jacques, anders had het vast niet gemogen, nog de wijnkoeler bij haar voeten gezet, verstopt achter het mandje proviand.
Zoals gezegd een voorspoedige reis. De eerste stop in Duitsland voor broodjes en plas werd samen doorgebracht. Ons doel voor de dag was Basel maar gezien het feit dat het zo goed opschoot eindigen we om een uur of zeven in hotel Hirschen in Oberskirch, bij Luzern. Een mooi Zwitsers hotel waar we zwei Doppelzimmer und zwei Dreibedzimmer krijgen. De serveerster doet haar uiterste best maar is alleen, gezien het feit dat de rest van het personeel ergens anders de catering verzorgd, en had niet gerekend op zoveel mensen. Desalniettemin blijft ze vriendelijk, zeker nu wij haar medeleven hebben getoond en smaakt biefstuk met friet of Schwein und Kartoffeln mit Sahne er niet minder om. De kinderen gaan naar bed – gemaakt voor een prinsesje zoals Veerle zei vanwege het enorm grote, dikke, witte dekbed dat er op ligt – en wij nuttigen nog een kaasplank met heerlijke zachte gesmolten kaas met truffels. Femke en Jacques hebben een balkonterras aan hun kamer waarop wij onder het afdak nog een wijntje en een biertje uit de mee naar boven genomen koelbox nuttigen. Even wordt overwogen een kaartje te leggen maar de heerlijke dekbedden lokken teveel. De afspraak is om half negen te ontbijten en dan verder te gaan.

Om kwart over zes echter meldt zich de eerste boer bij de, tegenover het hotel gelegen, kaasfabriek. Ik ben wakker en gluur door de ramen. De ene na de andere boer komt met echte ouderwetse melkbussen achter op zijn trekker geladen om ze leeg te laten pompen. Soms twee, soms drie, de echte rijke stinkerd wel vijftien. Tegen de tijd dat het weer rustig is, is het eigenlijk tijd om op te staan. Een heerlijk ontbijt waarbij de Semmelbrötchen niet ontbraken. Samen met een goede bak koffie of warme chocolademelk en we kunnen er weer even tegen. De weersvoorspelling voor het gebied op www.weather.com klopt tot nu toe precies – vandaag nog regen en morgen mooi weer. Toch?!


Carlazzo, dinsdag 10 juli 2007

In de schaduw van drie prachtige Linden en een grote Berk met uitzicht op het Lago di Piano is het tijd om verslag te doen van gister. Het luchtbedpompje zoemt om de rubberboten op te blazen, de kinderen zwemmen al.

Gistermorgen vertrokken wij vol goede moed naar ons doel, camping Cusio aan het Lago d’Orta. Op de Gotthardpas stapten wij uit om het surrealistische landschap te bewonderen. Net op de grens van de bewolking was het een wonderlijk schouwspel van zon, wolken en mist zo tussen de hoge bergen met hier en daar een verscholen meertje. De kinderen sprongen van steen naar steen.
Langzaam zakten wij af en de A2 bracht ons naar het Lago Maggiore. De zon scheen en de uitzichten op het meer met Italiaanse dorpen, omzoomd met palmbomen en mediterrane bloemenstruiken, deed de vakantiestemming stijgen.
Gestopt werd er voor lunch om één uur, want we waren er bijna en dus alle tijd. Hotel Cannero in Cannero Riviera serveerde ons op het terras, direct aan de oevers van het Lago Maggiore, heerlijke pizza. Tien pizza’s was iets te veel dus als echte Hollanders stopten wij de overblijfselen in een tasje en namen het mee. Gelukkig maar, het zou later nog goed van pas komen. Bij vertrek hadden de vele plassers nog wat oponthoud omdat Veerle zo nodig op het trapje boven het meer de van Claire geërfde – er zat iets roze in – Teva’s aan moest trekken. “ Maar hij floeperde zomaar uit mijn handen…”. Ach, niet iedereen kan zeggen dat haar slipper opgevist is met een klein bootje uit het Lago Maggiore.
In Orta San Guilo kwamen wij en gingen weer. De door ons uitgezochte camping was vol. Pogingen om te bellen vanuit Nederland de avond dat wij besloten naar Italië te gaan, hadden geen succes. De eigenaar van de camping was uiterst behulpzaam en belde voor ons de volgende camping, natuurlijk gekozen uit het eerdergenoemde boekje. De naam beloofde veel: camping Tranquillo in Baveno, weer terug richting het Lago Maggiore. Hij had nog twee plekken en zou ze voor ons vasthouden.
Een zwembad, met kinderen met badmutsen op, lag aan het begin van de camping die er niet uitzag of wij er tranquillo van zouden worden: paadjes met caravans en grote bungalowtenten, hutje mutje bij elkaar. Ze kunnen de chipszak zonder opstaan doorgeven. De plek die het mannetje van Tranquillo voor ons in gedachten heeft laat zich in een woord omschrijven als afgrijselijk. Het is de lelijkste plek ooit: aan de rand van de camping op een smal paadje met aan de ene kant een muur en na de heg aan de andere kant een straatje met torenhoge flats. Maar, het was een heel rustig straatje verzekerde hij ons nog. Met zijn meest diplomatieke gezicht ooit bedankte Jacques toch voor kamperen in de Italiaanse Bijlmer en zegen wij op het stoepje neer voor nader overleg – wat nu? Toch maar weer het boekje, waar ik zo langzamerhand een hekel aan begon te krijgen. Hier in de buurt was niets meer. Verbazingwekkend harmonieus, gezien alle teleurstelling en steeds meer op de proef gestelde kinderen werd er nog één poging gewaagd. Michiel belde met Maria in Carlazzo zo’n honderdenvijftig kilometer naar rechts bij een bovenmeer van het Lago Lugano. Ja hoor, plek zat op deze eenvoudige camping die er volgens de beschrijving al vijfentwintig jaar uitziet als haar achtertuin met alleen een recenter gemoderniseerd sanitair. En wij gaan weer, nog een filmpje in de DVD-speler en via het mondaine Lugano naar Carlazzo. Wij overwegen onderweg bij het plaatsje Saronno nog een kleine bedevaart te doen. Femke heeft het ook niet gemist en vroeg per sms om een grote fles.

Hoe blij kun je zijn. Een prachtige, ongecompliceerde camping vol bomen, zonder badmutserige zwembaden, niet duidelijk afgebakende plekken en voor onze families ruim plek! Het opzetten van de tent – ondertussen was het al half acht ’s avonds – werd gehinderd door de enorme dreigende onweersbui en de kinderen die direct bij al hun spullen wilden. “Mag ik..” – “Nee”, “Mama wil je...” - “Nee!”, “Oh, ik ga even” – “Donder op hier!!” was niet van de lucht. Om half tien begon ik een poging te doen om tomatensoep te maken. Michiel nam over, het kindertentje moest nog voorzien van bedden, en gooide de anderhalve liter soep om. Toen hadden we alleen nog wat kaas en worst en natuurlijk de overgebleven koude pizza gelukkig. Om elf uur lag iedereen vredig in ruste op toch maar weer een mooi kampement.


Carlazzo, woensdag 11 juli 2007

Door de wat lange zoektocht op maandag was er gister niets in huis voor het ontbijt. Meegenomen pindakaas, chocopasta en salami van de Plus moeten toch ergens op. Het laatste stukje notenbrood stond zes hongerige kinderen – ze hadden immers niet veel gehad voor ze naar bed gingen gisteren – niet aan. De andere Nederlanders op de camping liepen met broodjestassen de camping weer op dus proviand kon niet ver zijn. Direct om de hoek zit een slager annex bakker annex minimarkt zoals Femke uitvond en brood was snel gehaald. Vanmorgen hetzelfde en alweer zijn de kinderen met Michiel en Jacques aan het zwemmen. Blauwe luchten met hier en daar een wolk. Femke heeft het wasje opgehangen omdat we de eerste bedplasser hebben gehad.

Gisteren is doorgebracht met het verfijnen van het kampement. De waslijnen zijn van boom naar boom geknoopt en ook het kindertentje van Jasper en Charlotte staat. Officieel met paspoort ingeschreven bij Maria, de eigenaresse van de camping en een alleraardigste vrouw die Zuid-Afrikaans spreekt en zo met ons beter een gesprek voert dan wij met haar in het Italiaans. Douchemunten gekocht – weer eens wat anders dan de ZAP-key van Krieghuusbelten (het volledige elektronische systeem met inschuifsleutel op de lokale camping in Raalte). De reden waarschijnlijk waarom toch veel potentiële gasten links afslaan naar de ANWB-camping hiernaast in plaats van rechts, naar die van ons. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat het enorme kampement dat wij hebben opgeslagen gewoon erg afschrikt. Na de boodschappen en een duik in het meer hebben Femke, Jacques en ik - Michiel lag te slapen in de rubberboot - nog even de varioluifels gecombineerd. Op een meter na hebben wij nu zestien meter overdekt terrein zodat je bijna op een beetje regen zou gaan hopen. Het vereiste ware padvindertechnieken in knopen leggen om een doolhof van kruisende scheerlijnen op te heffen. Maar het staat goed. In het bijzonder zijn wij trots op – nooit eerder vertoond op een camping en zeker niet uit twee auto’s zonder karretjes dan wel sleurhutten – onze buitenkeuken. Geheel van deze tijd. Uit de Seasons blijkt dat iedere rechtgeaarde persoon die enige smaak heeft, beschikt over een dergelijke buitenkeuken. Wij – wij hebben een kookeiland onder de varioluifel! Gisteravond hebben wij er heerlijke Macaroni met Insalata Pomodori e Mozzarella gemaakt. De kinderen lagen dit maal vroeg in bed en ondanks dat Claire wat moeite had met inslapen ( zij had ’s middags geslapen) staat het met het eerste potje boerenbridge als volgt: Petra 108, Femke 97, Chiel 77, Jacques 73.



Carlazzo, donderdag 12 juli 2007

Ondanks dat de dag ervoor was besloten gister dan maar eens wat te gaan doen, kwam ik vanmorgen tot de conclusie dat ik na aankomst de camping nog niet af ben geweest. Het weer is prachtig. De dagen beginnen strak blauw, in de loop van de dag komen er wat wolken maar met temperaturen rond de vierentwintig graden is het fantastisch. Vandaag lijkt weer een veelbelovende dag.

De kinderen vermaakten zich opperbest aan het meer. Er ligt een waterfiets waarop ze allemaal passen en ze doen dan ook regelmatig een rondje meer. Naar aanleiding van het praatje dat Femke maakte met een van de twee vermoedelijk lesbische vrouwen, maar het kunnen natuurlijk ook gewoon nichtjes zijn, hebben wij ook even op de camping hiernaast gekeken. Het ontvangstgebouw met ANWB-bord en Nederlandse vlag kan Femke nog wel bekoren. Het aanzicht van de geharkte paadjes met hutje mutje bungalowtenten ons beiden toch minder. Zoals al vele malen was Michiel met de kinderen aan het fietsen op het water. Elk hoekje werd verkend en wij konden ze vanaf de oever met de verrekijker goed in de gaten houden. Zo ook Veerle, die tegen mijn regels in zonder haar Swimsafe-pak op de boot zat. Ik zei nog: dan zal ze er zo wel invallen – en jawel. Een grote plons, een harde schreeuw van Nienke en daar ging ze kopje onder. Michiel was achter de boot aan het aanzwemmen maar gelukkig heeft ze in de Scheg op zwemles al zoveel geleerd dat ze uit zichzelf weer bovenkwam. Toch niet een prettig gezicht voor een moeder vanaf de kant zo´n vijftig meter van plaats delict. De met-zonderpakregels zijn aangescherpt, ook voor vaders.
Michiel en Femke gingen met de twee oudste jongedames de lunch halen in de lokale Supermercato. En wat voor een lunch. Garnalen om te pellen, inktvis van de sköttel, heerlijke kazen, sparkelende wijn uit de wijnglazen op voet. Deze laatsten komen uit het de Waard- koeltasje – van Sinterklaas gekregen met een mooi gedicht over hoe het geen gezicht was vorig jaar met al die flessen op het strand – en zijn door mij met het blauwgeruite doekje voor de gelegenheid even gepoleerd. Een waar feestmaal, dat je in wat voor toprestaurant waar dan ook niet zo ontspannen, puur en echt krijgt.
Na afwas en opruimen werd er weer gezwommen, gewaterfietst, badminton gespeeld, gekletst, gelachen, geslapen en gelezen. De barbecue werd ontbrand en nog maar eens gegeten. Nadat de kinderen gingen slapen, besloten wij bij Maria op het terras een glaasje te drinken en een kaartje te leggen. Sambucco met espresso voor de heren en twee mooie glazen Amaretto di Saronno voor de dames. Stand na de tweede ronde: Chiel 115, Petra 106, Jacques 90, Femke 81.

Vandaag gaan we echt iets doen en we vanavond zal de stand anders zijn – we gaan klaverjassen. Nadat Femke gister naar bed ging hebben wij met zijn drieën nog wat oefenspelletjes gespeeld. Ik zal het lijstje er maar bijhouden.


Carlazzo, vrijdag 13 juli 2007

Terwijl Jacques de pikdruppels van de luizen uit de Linden van de tafel veegt, Femke haar foto´s vast bewerkt, Michiel zich verfrist, zit ik te schrijven in de schaduw van diezelfde Linden. Alweer het begin van een stralende dag. Het beloofde gister ook zo´n dag te worden en dat was het.

Na de eerste zwempartijen en nadat de was is opgehangen, werden op dezelfde vertouwde manier als vorig jaar in Bretagne de mandjes gepakt voor een tripje: wijntje, water, kaasje, worstje, brood, zwemspullen in apart mandje en op naar de Monte Generoso (1704 m.). Hiervan beloofde het Marco Polo-gidsje grandioze panorama’s en de tandradbaan, die je in vijfenveertig minuten naar boven bracht, zou een vleugje romantiek geven.
Dwars door de bergen met plaatsjes met namen als Claino con Estono, Pelio, Ponna, Monticello, Doronga, Selona en Maglio. Mijn hobby is het niet via al deze haarspeldbochten stijl omhoog. Dwars door de zogenaamde hoofdstraten van eerdergenoemde dorpjes, net breed genoeg voor één auto maar natuurlijk wel verkeer van beide kanten. De rest van het gezelschap had geen last van draaierige misselijkheid en genoot. Meest spectaculair was wel de krulspeldbocht, zoals Jasper ze steevast benoemde, in Arogno waar je drie maal steken moest om de scherpe bocht naar beneden te halen.
Wij daalden weer met achttien procent naar het meer van Lugano en parkeerden in Capologo waar de trein zou vertrekken. Siësta van het kassapersoneel deed ons besluiten eerst zelf ook maar te lunchen. Een mooie plek aan het uiterste zuidelijke puntje van het Lago Lugano was snel gevonden: in de schaduw met weer prachtig zicht op de oevers bezaaid met dorpjes.
De trein was niet vol maar wel erg grappig. Luid steunend, puffend en krakend trok hij zichzelf omhoog. In inderdaad een kleine vijfenveertig minuten kwamen wij hoger en hoger waarbij wij in hetzelfde tempo mooiere panorama’s over de Walliser Alpen tot diep in Italië te zien kregen. Hoge bergen, steile pieken in de verte met sneeuw bedekt, overgaand in glooiende groene hellingen die zich in diep azuurblauwe meren storten. Werkelijk adembenemend mooi. De kalkstenen die de paadjes rondom de top bezaaiden, bezaten zelfs fossielen. De op de top aanwezige geiten en schapen waren ook goed vermaak. Een aardige, oudere mevrouw met mooie strohoed – zij leek weggelopen uit een chique Engelse badplaats maar was een Duitssprekende Zwitserse Oostenrijkse Italiaanse (het is hier soms niet eenvoudig te zeggen) – kon Jacques en mij vertellen dat zij met de kleinkinderen naar boven gelopen was. Van het Mittelstation tot de top in twee uur en dat naar beneden niet meer dan anderhalf zou zijn. Natuurlijk was het gemopper der kinderen niet van de lucht en zag ik mezelf weer als kind mopperend moppelend en mokkend de berg afdalen maar de tocht naar beneden was alleszins de moeite waard. Door bos en alpenweide met prachtige bloemen, een fraai boeketje prijkt in onze keuken op het kookeiland. Na iets meer dan een uur bereikten wij Bella Vista Hotel, ruim op tijd voor de laatste trein naar beneden. In het laatste stukje bos kwamen wij nog het echtpaar met kinderen tegen die met ons omhoog gegaan waren in de trein; een wat alternatief uitziend stel ik vermoed opnieuw uit Zwitserland. Hij had net een mooi exemplaar van – zo wist hij, pienter uit zijn kekke brilletje kijkend, te vertellen, hij had er een neus voor net als een varken – de zomervariant van de Porcino. Zij verbleven in een hotel dus geen kookeiland en wij mochten hem hebben.
De restanten van onze picknick, nog wat chips en water en wijn, hebben wij op het gras verorberd terwijl wij bij Bella Vista op de trein verder naar beneden wachten.
Vanwege eerder genoemde bovenbuikklachten bij teveel krulspeldbochten werd op mijn verzoek via de grote weg terug gereden. Een snelle stop bij de supermarkt leverde ons een avondmaal bestaande uit heerlijke hamburgers op brood met deze keer naast de vertrouwde Insalata Pomodori e Mozarella nu ook Insalata Ruccola e Pecorino.

Ik zal maar niet op alle details van de klaverjasavond, die op het maal van hierboven volgde, ingaan. Femke en ik gehuld in lange broeken met laarzen tegen de muggen – het zal de straf wezen dat we niet naar Zweden zijn gegaan – de heren gewoon in korte broek met polo. Terwijl wij een drankje inschonken en de kaasjes pakten werden de kaarten geschud. Desgevraagd was het plankje van de kaas volgens Michiel in de vaatwasser waarbij hij vaag gebaarde naar de dubbele set afwasteilen onder de Varioluifel. Femke en Michiel – Wij - tegen Jacques en mij – Zij – zoals het scorelijstje aangaf.
Het was een avond waarbij met kaarttermen gegooid werd dat het een lieve lust was. Of ik, die niet klaverjasser in het gezelschap van routiniers, wel begrepen had dat Femke en Michiel zaten te seinen opdat ze dan maar door eerst troeven te trekken met hun schoenendoos, een paar maal roem en dubbelroem af te kloppen, een doormars hadden en zo niet nat zouden gaan. Helaas, stand na eerste ronde klaverjassen: Zij (J + P) 60 Wij (F + M) 0. Ik kan nog niet stellen dat ik het doorheb want volgens de echte spelers hadden wij (J+P): 1. beginnergeluk, 2. heel goede kaarten en zij zeker niet. Sneu toch?
Het Ave Maria klinkt weer uit het nabijgelegen klokkentorentje. Ik ga niet heen om te bidden maar ga een duik nemen.


Carlazzo, zaterdag 14 juli 2007

Je zou het bijna gewoon gaan vinden dat het al weer een mooie dag is. Door het op te schrijven hoop ik de waardering duidelijk te maken.

Een heerlijk dagje aan het meer was het gister. Geen wolkje aan de lucht en dertig graden, zo warm op het midden van de dag dat de schaduw rondom ons kampement door de volwassenen verkozen werd boven de oever. De kinderen zijn dol op Bella, de aangelopen hond van Harry die hier alleen met zijn drie kinderen op vakantie is. Wij proberen eerst via de kinderen te laten uitvissen waar de moeder is maar uiteindelijk raakt Michiel die daar normaal niet zo van is – buurten op de camping – met hem in gesprek en hij weet ons te vertellen dat er wel een moeder is maar dat zij net een nieuwe baan heeft en daarom niet mee kon.
Zoals gewoonlijk lunchen wij laat maar uitbundig. Claire wil graag haar lievelingskostje – mosselen. Deze werden vergezeld van zalmmoten (Daan’s favoriet) en garnalen, broodje en natuurlijk glaasje wijn. Het is ongelofelijk zo lekker te eten en dan geen rekening van de ober te krijgen. Menig restaurant zou jaloers zijn op de kok die wij bij ons hebben.
Na de afwas voegde iedereen zich aan de waterkant. Jacques houdt op de camping altijd iedereen in de gaten en weet ook zeer snel allerlei inside information. Vooral vrouwelijk schoon in klassieke stippenjurken houdt hij in het vizier. Gelukkig zijn stippen in de mode dus komt er nog wel eens iets voorbij. De gedachte kwam op dat hij Harry’s rode zwembroek maar moest lenen zodat, met boei onder de arm en gezeten op een verhoogde strandstoel, het gegluur een legaal karakter zou krijgen – David Hasselhoff de tweede. Wij denken dat hij zeer goed uit de verf zou komen. Mede omdat toen Claire de douches binnenrende eerder deze week toen hij zijn toilet aan het maken was (duurt altijd even), en zij zei dat er een noodgeval was – Femke zou midden op het meer drijven en niet meer terug kunnen komen – hij met toilettas onder de arm kwam aangesneld. De combinatie met Femke uit de Andrelonreclame – waarbij de Pamela Anderson na een reddingsopdracht van David op een speedboot van het trapje van de speedboot afdaalt en nuffig haar haar met een hand opkrult omdat zij het niet nat wil krijgen – lijkt toch perfect. Ook Femke heeft nog geen echte duik genomen. Voor het eind van de vakantie denkt zij misschien wel één keer kopje onder te gaan.
De wijn en het bier werd naar de waterkant getransporteerd en in het late namiddagzonnetje is het heerlijk. Na de tortellini gevuld met spinazie en kaas, vijgen en ham of kaas en kam werd de afmars gesommeerd zodat er weer gestreefd kon worden naar een doormars. Vier maal is hij gevallen, een maal te vaak voor het Wij-kamp. Stand Wij (F + M) 129, Zij (J + P) 109 – maar als ik die ene troef voor het laatst bewaard had, = + 10 dan…. Nee, petje af. Wij is echt goed, ook met goede kaarten.


Carlazzo, zondag 15 juli 2007

Zelfs ’s avonds koelt het minder af nu. Je doet een lange broek aan tegen de muggen maar eigenlijk is het niet nodig. Ook nu is het al aardig warm en zit ik wederom in bikini onder de bomen in de schaduw te schrijven.

Gisteren de warmste dag tot nu toe. Omdat er markt was werd er sneller dan normaal ontbeten en togen wij gezamenlijk naar Porlezza. Een kleine markt waar ook veel Nederlands te horen was. Maar de kramen met etenswaar zijn werkelijk een lust voor het oog. Kazen, worsten, groente en fruit – prachtig uitgestald en met de heerlijkste geuren. Olijven in grote bakken, everzwijnworstjes, hele geroosterde speenvarkens, berg-en geitenkazen. Kramen vol, teveel om op te noemen. Natuurlijk slaan we het een en ander in. Omdat het toch al snel warm is gaan we niet veel later terug naar de tent waar er weer lustig gezwommen wordt. Wasje gedraaid, geschreven en gelezen. Iedereen schaart zich aan de waterkant en alleen de voor ons doen magere lunch van brood, kaas, worst en fruit is een onderbreking.
Claire zwemt dat het een lieve lust is zonder pak de kantlijn op en neer. Veerle duikt inmiddels van het vlot het water in. De instructie ranocchio, aeroplano, matita (*) kent nu dan ook iedereen langs de oever. Heerlijk rustig en de verkoeling van het water is zeer aangenaam. Tot in de avond blijven we bij het meer. Omdat het toch vakantie is en je niet altijd wil koken eten we frietjes met koude kip en sla. De friet wordt gehaald op de camping hiernaast waar volgens mij over het algemeen mensen zitten die zo wie zo liever niet koken en al helemaal niet op een camping. Het smaakt goed.
Terwijl wij eten beginnen de eerste klanken van het jaarlijkse dorpsfeest van Carlazzo – Festa di Piano – dat overal aangeplakt staat. Wij besluiten, tegen de kampregels in, de afwas te laten en te gaan kijken. Er was ons door Harry verteld dat het een avond met muziek en dans was, heel vermakelijk. Geweldig – een kleine dansvloer in een partytent met driekoppige band in Hawaï-shirt met zangeres in dito Hawaïjurk maar puur Italiaans. Op het grasveld ervoor lange biertafels onder witte tenten, helemaal achterin de bar met bier, wijn en water. De gehele lokale bevolking is uit de bergen neergedaald en doet uitbundig mee in het dansen van de Passedoblo, Tango en Cha-cha-cha. Maar met name bij een aantal Italiaanse dansen met folkloreachtige passen. Oud en jong danst met elkaar, twee oude dames, maar ook twee jonge grieten, man en vrouw, moeder en kind. De een heeft zich opgedoft, de ander staat in korte broek en sandalen. Het opvallendste paar van de avond is geweldig. Je weet zeker dat het een marmeren badkamer heeft met gouden kranen en een witleren bank, zij wil graag een Chiwawa en spaart witte beeldjes van hondjes. Hij draagt een witte flodderbroek met roze shirt en heeft dit bijna tot de navel openhangen. Een groot gouden kruis aan een eveneens dikke, gouden ketting bungelt in zijn borsthaar. Lange, donkere, gepermanente krullen tot ver over de schouders. Zij is nog beter: een geveterde top in zwart, geel en hardroze waar een diep decolleté met goud behangen boven zit gesnoerd. Even niets en dan een roze strokenrokje net over haar billen, enkelkettinkje en twaalf centimeter hoge gouden haksandaaltjes. Hyperblonde lange haren en rode lippen, nagels en tenen. Op elk potje past een dekseltje – ik had associaties met de soap over de Pfaffs en Martin Morero uit Gooische vrouwen. Hij legde zijn hand op haar bil rondom het eerste strookje en het rokje schoof met elke danspas een stukje op. Dat vond ze maar niks, sprak hem vermanend toe op de dansvloer en nadat hij zijn hand te rusten had gelegd op haar ontblote rug dansten zij verder.
Femke en ik hadden binnen de kortste keren de lokale dansen onder de knie en dansten met de lokalen er lustig op los. Om half elf stortte Veerle in en kort daarna ging iedereen weer naar de tent. Omdat het al laat was, besloten wij te gaan pokeren in plaats van klaverjassen. Harry kwam nadat hij zijn kinderen te rusten had gelegd met een flesje wijn buurten en nu hebben wij elk een luciferdoosje op naam voor de inzet. Femke en ik hebben komen om in de lucifers maar de doosjes van de heren zijn maar matig gevuld. Je kan bluffen of je kan het niet.

* Kikker, vliegtuig, potlood – de beweging van de benen bij zwemles


Carlazzo, maandag 16 juli 2007

Terwijl er steeds meer Nederlanders op de camping arriveren, de bouwvak is begonnen, houden wij siësta en schrijf ik.

We vrezen toch wel langzamerhand dat we van ons, op dit moment vijf plekken beslaand, kampement teruggedrongen gaan worden tot een kleiner aantal. In elk geval niet door het mannetje dat zojuist voorbij trok. Hij die met de schouders hoog opgetrokken, kwade blik en bruuske stappen met draaiende motor van het ene naar het andere boombordje ging om een studie te maken van álle aan ons grenzende plaatsen, de legale inclusief de illegale. Een mannetje – hij werkt vast bij de belastingdienst of is de meest vreselijke conciërge ooit - waar je de tenen meteen krom van in je schoenen gaan staan. Zijn vouwwagen sleept hij op advies van zijn vrouw – past goed bij hem want zwaaide de vouwwagen met bewegingen die een goede KLM-stewardess niet zouden misstaan – gelukkig ver naar de andere kant van de camping. Jacques moet maar eens uitvinden wat hij werkelijk doet. De grappen zijn niet van de lucht en Claire maakt direct een bordje “VOL” wat wij aan de boom aan het begin van ons kamp hangen. “ATTENZIONE ASBESTI” leek ons ook een hele fijne.

Gisteren was alles nog rustig. Ondanks de plannen om naar de waterval te lopen, is het er niet van gekomen. Het was een erg warme dag gisteren, ik denk ruim boven de dertig graden, maar als je de dagen doorbrengt zonder horloge dan al helemaal zonder thermometer. We hebben besloten dat het hier goed toeven is en dat het eigenlijk niet erg is om een dagje te relaxen.
De volwassenen hebben samen minstens twee boeken uitgelezen – heerlijk. Om de zoveel tijd verplaatsen wij ons van de zon aan de waterkant naar de schaduw aan de waterkant, frisse duik en dan weer opdrogen in de zon.
Ondertussen is het geteut van Mr. Waldorf & Statler, die twee oude kerels van het eind van de Muppetshow, niet van de lucht. Daan en Jasper zijn onafscheidelijk en ouwebetten de hele dag door. Het gaat nergens over maar zelf vinden ze het altijd erg grappig. Ze hebben gisteren flessenpost gemaakt en dit met de waterfiets naar het midden van het meer gebracht. Er zit schijnbaar een schatkaart in met de volgende tekst: Hallo gene die dit vindt. Groetjes van … en …
Op de achterkant staat de route naar hun privé-plasplek – wij wisten niet eens dat hij bestond.
Charlotte en Nienke vermaken zich de hele dag met Roos, de jongste dochter van Harry. Zij oefenen driftig allerlei kunstjes in het water. Ook het opduiken van stenen en ze daarna betekenen en beschilderen is favoriet. Claire en Veerle perfectioneren ranocchio, aeroplano, matita. We hebben het hier goed en zullen dan ook bedanken voor het aanbod van Etienne, via sms, de camping naast hun huisje in Toscane te gaan bewonen. Het is hier veel te goed.

Eindstand: Wij (F+M) 141, Zij (J+P) 83.


Carlazzo, dinsdag 17 juli 2007


Stralende warme dagen gaan voorbij – gister weer een schitterende dag. Geen wolkje te zien en dus mooi weer voor een bezoek aan de waterval van de rivier de Rezzo. Omdat het wat lastig uitleggen was waar precies je de berg op moest lopen reed Harry ons voor. Wij beklommen een paadje waar ik me persoonlijk meer van voorgesteld had. Steile klim, kind aan een touw, heel smal waren de woorden die hij gebruikte in zijn omschrijving. Het stelde niet veel voor. Wel weer een mooi uitzicht over het meer van Lugano en daarna dook je de bossen in. De waterval zelf was mooi. Het klaterende geluid en de verbazing dat het maar eindeloos doorgaat dat neerstorten van die enorme hoeveelheden water blijft spectaculair. Wij ontkleedden ons allen snel en een voor een trotseerden wij het koude water. Jacques gaat als eerste maar heeft een weigering bij de eerste sprong. De tweede poging is succesvol. Hij staat als Fa-man onder de waterval. Michiel volgt samen met de jongens, dan Charlotte en Nienke. Ikzelf ga ook – ik stel mij voor dat het nooit erger kan zijn dan de koude klaterstraal bij Sauna Swoll – en alleen het geweld valt inderdaad tegen. Bikinibandjes van Livera houden het maar net onder een paar ton water. En dan de vrouw uit de Andrelonreclame, zelfs zij gaat. Hoe het mogelijk is weet niemand maar zelfs hier weet ze heur haar wonder boven wonder droog te houden.
Wij zwemmen wat en aanschouwen vanaf de rotsen de andere Nederlandse gezinnen die natuurlijk eerst niet durven, na aanmoedigingen onzerzijds wel. Dammetje bouwen, wat stenen gooien en dan hebben we het wel gezien. Langs het pad naar beneden staan prachtige bloemen: wilde cyclamen in hardroze, munt in bloei en een wilde variant van oregano.
Terug op de camping koelen de kinderen af in het meer en wordt door de chef weer een smakelijke lunch bereid. Zelfs Nienke waagt zich aan de inktvis en vindt het heerlijk.
Zoals gezegd onder de siësta - wel degelijk nodig omdat het toch ver boven de dertig graden is bleek op de thermometer van de auto – het bijzondere tafereel van de nieuw arriverende gasten. Wij denken overigens nu dat de belastinginspecteur toch politieagent is. Later op die dag dacht ik werkelijk dat hij uit zou stappen om ons te bekeuren voor het overtreden van campingwet 43 artikel 3: niet de grens van de u bemeten plek overschrijden met meer dan eenderde lengte scheerlijn met een maximum van twintig centimeter. Hij stopte, zat druk te gebaren, maar op advies van zijn vrouw opnieuw reed hij door. Stopte weer, ik kneep hem nu echt, maar reed gelukkig nu helemaal door. Het bordje “VOL” hebben wij veranderd. Heel klein staat er nu “fam.” boven. Dus als iemand vraagt: Charlotte Vol, Jasper Vol, Daan Vol, Nienke Vol.
De tomatensoep lukte deze avond zonder vallen en Daan gaat gelukzalig slapen met Jasper in zijn tent. Door komst van Harry alleen een tussenstand: Wij (J+M !) 32, Zij (F+P!!) 64.


Carlazzo, woensdag 18 juli 2007


Misschien is een kampwacht, inclusief borden met wat voor dreigementen dan ook wel een beter idee dan een trip die langer dan twee uurtjes duurt. Bij terugkomst van zo’n trip gister bleken wij tot onze grote schrik buren te hebben. Een de waardachtige tent staat waar wij altijd onze auto parkeren. De rechterflank is weg zal ik maar zeggen. Bert schudt ons de hand en zegt wat verontschuldigend dat hij ook niet wist waar onze plek ophield. Volgens mij kun je slechtere buren hebben – ze klaverjassen met hun drie puberdochters.
Na het ontbijt gister werd er vertrokken om met een bootovertocht over het Comomeer naar Balleno te gaan waar een spectaculaire kloof in het Marco Polo-gidsje aangeprezen wordt als een superattractie voor gezinnen met kinderen.
De eerste stop is Menaggio vanwaar de boot zou vertrekken. Omdat wij een uur voor vertrektijd aanwezig zijn lopen wij door prachtige kleine straatjes naar een van de vele terrasjes. Met uitzicht op het meer en onder de parasol bestellen wij tre cappuccino e uno té en voor de kinderen natuurlijk grote gelati. Menaggio, waar het al behoorlijk warm was, heeft een prachtige uitstraling. Mooie hotels aan de oevers van het Comomeer vanwaar uitzicht op prachtige plaatsjes met een typisch Italiaanse allure: huizen met terracotta kleuren met hier en daar een pastel en van die prachtige platliggende dakpannen.
Om één uur mochten we op de veerpont met de onze auto’s. De temperatuut met het briesje van het water was heerlijk en de uitzichten rondom prachtig. Omdat wij aan de andere kant ook moesten wachten tot de siësta voorbij was voor wij de ……………….. in konden, zochten wij een plek aan het water voor onze lunch. Niet de meest romantische plek maar toch wel aardig op de trappen van het jachthaventje, de lunch smaakte weer prima.
De kloof zelf toch iets van een teleurstelling. Op het moment dat je dacht aan een enorme tocht te beginnen was daar het eind al. Maar wat je zag was prachtig: inderdaad een diepe kloof uitgesleten door water met diepgelegen poelen en rotspartijen bekleed met varens en liaan-achtigen. Via de Noordkant reden we terug nadat Michiel nog even met Daan een hengel kocht. Onderweg kwamen wij eindelijk langs een goed geoutilleerde campingwinkel waar wij de gasflesjes scoorden die in Femke en Jacques kooktoestel horen. Het kookeiland, dat menig Nederlands gezin de ogen uit het hoofd doet rollen, is weer compleet.
’s Avonds eten wij als de grote Italiaanse familie Completare aan onze grote tienzittende tafel pasta. We hebben de midden- en linkerflank nog over.
Omdat de temperatuur in de avonduren minder daalt, hebben wij ons onder de sterrenhemel in plaats van onder de luifel geplaatst voor het kaarten. Probeerden wij eerst nog met fakkels en citronellakaarsjes licht te creëren, kwam gisteravond opnieuw de ware padvindersaard boven. Met wat doelgerichte worpen en teamwork hebben wij nu een touw van twee takken komend mét haak waar wij de gaslamp mee boven de tafel kunnen hangen. Ondanks de voor de heren goed belichte kaarten was de eindstand gister: Wij (J+M) 144, Zij (F+P) 153. Michiel denkt dat wie met Femke speelt altijd wint. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat wie met Jacques speelt altijd verliest.


Carlazzo, donderdag 19 juli 2007


Na een dagje actie nu weer een dagje niksen. Volgens mij de warmste dag tot nu toe. In de zon is het werkelijk niet te harden dus de koude buitendouche is echt een verademing.

De dag begon voor Daan al erg vroeg. Om zes uur moet Michiel plassen en hij bedacht dat het een mooie tijd is om te gaan vissen. Zachtjes maakt hij Daan wakker. Om acht uur zijn ze terug – vier vissen rijker. Langzaam ontwaakt ook de rest van het kamp en na het ontbijt – wat altijd een grote broodjessmeerestafette lijkt – duiken de kinderen weer in het Lagetto di Piano en ruimt het oudergezelschap de boel weer op. Het is te heet in de zon dus naast wasjes, douchen, schrijven, lezen en afwassen blijven wij in de schaduw. Een lunch met een tonijnsalade brengt ons weer een beetje bij waarna bovengenoemde zich herhaald. De grote hitte dreef menig Nederlandse man in het cafeetje van Maria waar met een pul gekoeld bier naar de Tour werd gekeken. De Raboploeg met Rasmussen blijkt in de gele trui te rijden. Omdat ik het niet uit kan houden aan de waterkant verplaats ik mij ook naar Maria’s, Femke wat later ook en wij drinken een prosecco. Helaas werkt Femke’s truc “Wil je even het fototoestel halen “niet bij Charlotte dus zijn de mooie glazen niet vereeuwigd.
Michiel ging vanmorgen brood halen en had toen al mooie spiesen voor op de barbecue gezien bij de slager annex bakker. Samen met Jacques vertrekt hij om dit te halen en wat extra’s voor het avondeten. Een stop wordt gemaakt bij de eerder langs de weg naar Porlezza gespotte Bodega waar, na natuurlijk het een en ander geproefd te hebben, navulbare 2 liter flessen worden gekocht. Met riet omhuld, zeer Italiaans en ze leuken onze keuken fijn op.
Het smaakt heerlijk: de spiesen, de worstjes, de salades, de nieuwe wijn. Nu Rutger een oogje op Nienke heeft komt hij ’s avonds na het eten meestal even buurten en de kinderen spelen nog een potje voetbal: de bloten tegen de zonder-hempjes.
Na bedtijd plaatsen wij ons weer onder de ingenieuze gaslamp en leggen wederom een kaartje: Tussenstand (Maeve Binchy moest nog uit) Wij (J+M) 110, Zij (F+P) 94. Maar die telling van Chiel, ik vertrouw het niet.


Carlazzo, vrijdag 20 juli 2007


Het weer blijft maar prachtig, de wolken die we voor het eerst sinds dagen zagen zijn al weer verdwenen. Gelukkig staat er eindelijk een beetje wind, het meer rimpelt aan mijn voeten terwijl ik op een stoeltje zit te schrijven. Veerle oefent zonder pak langs de kantlijn en Claire is vanmorgen zelf zonder pak naar de vlonder gezwommen. Jasper en Daan bommen nog maar eens wat. Michiel is vanmorgen vroeg – zeven uur - vertrokken voor een tocht in de bergen.

Gister hadden wij besloten om na het gebruikelijke gerommel in de morgen maar eens bij een ander meer te gaan kijken. ’s Morgens bij de VVV informeerden wij bij de perfect Engels sprekende mevrouw naar goede plekken. Zij wees ons op de kaart waar je in Porlezza het meer van Lugano goed kan benaderen. Femke en ik waren met Michiel naar Porlezza gegaan om het nuttige - de gasflessen omruilen – met het aangename – eens even kijken in de Bennetonwinkel en de andere hip uitziende zaak – te combineren. Eerst leek het er op dat Michiel rustig zou wachten tot wij klaar waren maar al snel kwam hij bij Benneton met meer naar buiten dan de dames en toen óók nog eens een keer bij MAX, de andere winkel. De dames kochten wat topjes, T-shirts en tuniekjes en waren ook tevreden.
Omdat er per sms was afgesproken met de familie Schaepkens dat wij voor hen een hotelletje zouden vinden voor zaterdag- en zondagnacht reden wij op aanraden van Maria door naar het barretje in Carlazzo waarboven pension gehouden wordt. Femke en mij leek het wel een vorm van authentiek prima maar Michiel sprak zijn veto uit – veel te dicht bij de weg. Voordat wij naar het meer konden gaan moest er nog uit het boekje van de VVV een onderkomen gezocht worden dus. In Carlazzo zou een B&B zijn met de naam El Cenacolo.
De weg er naar toe laat zich het best omschrijven als een uitdaging die niet zou misstaan in het programma Peking Express . Waar je denkt dat de wereld ophoudt in bergachtig gebied moet je nog iets verder. Wij kwamen wonder boven wonder zonder deuken of krassen aan. De boer die met zijn pick-up achteruit moest, ontwrichtte met een chagrijnige kop wél het hek en een paal. Twee woest uitziende mannen in werkkleding- één wat ouder, de ander waarschijnlijk zijn zoon – kwamen op ons toe maar spraken geen woord Engels. In ons beste veritaliaanste Frans kwamen we erachter: dormire – no, mangiare – si! Het zag er daar prachtig uit. Een grote berghut met binnen in de koelte een grote eetzaal. De fresco op de muur van Het Laatste Avondmaal, geflankeerd door platen van jacht en grote feesten met varkens aan het spit, was prachtig. Overal op de foto’s en platen dook de kop van de oudere man op. De hut, midden tussen de bergen aan een stromende beek, lijkt een soort refuge te zijn waar je kunt komen om te eten. De beslissing om er te gaan eten zondag om een uur of een is snel genomen. Pasta, polenta, ribbetjes van het spit en gelati toe is wat we begrepen hebben. Wij kijken er naar uit.
Van zoonlief kregen we een kaartje van een B&B in Carlazzo. Na wat telefoontjes – deze man sprak gelukkig vloeiend Engels – en dankzij het feit dat hij ons met de scooter kwam halen van het dorpsplein omdat wij het niet konden vinden, is de slaapplaats nu wel geregeld. Het zag er keurig uit al kunnen wij niet aan de indruk ontsnappen dat de Schaapjes wel eens de eerste gasten kunnen zijn.
Eindelijk, het zweet gutste bij elke stap uit de auto van ons af, kwamen we bij de door de mevrouw van de VVV aangewezen zwemplaats. Ik had mij een mooie plek voorgesteld. Ondanks dat het in Italiaanse, mooi in de omgeving passende stijl gedaan is, kan bij het aanschouwen van het appartementencomplex de gedachte: Costa del Sol, tingelingeling door mij toch niet onderdrukt worden. Het meer zelf is mooi en als we uiteindelijk in de schaduw van de bomen liggen op een Bussloo-achtig grasje valt het mee. Het water is superhelder en steekt blauw af bij de magnifieke bergen, de verkoeling zeer welkom en het vangen van wat vissen door de oudsten maakt het helemaal af. Op de terugweg worden snel boodschappen gedaan voor wederom barbecue met pasta en sla – heerlijk.
Hoe effectief onze padvinderconstructie met lamp is, blijkt als het pitje dooft doordat het gasflesje leeg raakt. Klaverjassen met: “Dit is de boer”, “Oh, dan speel ik klaver zeven nu” gaat echt niet. Eindstand gister: Wij (J+M) 153, Zij (F+P) 144. Conclusie is dat als Michiel de stand bijhoudt hij regelmatig een keer wint.


Carlazzo, zaterdag 21 juli 2007


De inkopen op de markt zijn gedaan. Bij het ontwaken vanmorgen was het zevenentwintig graden in de schaduw dus leek het Michiel en mij het beste om maar direct naar de markt te gaan. Ook moest er nog een cadeau voor Jasper gescoord worden die maandag jarig is. De uitnodigingen voor het tentfeest van maandag zijn gemaakt. Prachtig geschilderd door Jasper met wat tekenhulp van Femke. Harry en kinderen, Rutger en familie, Lieke en Auke (maar die gaan vertrekken) en onze aardige buren uit Haren (met hun puberdochters waar Charlotte en Nienke niet bij weg te slaan zijn) zijn uitgenodigd.

Zoals gezegd was Michiel gister al vroeg vertrokken. Per sms hield hij ons op de hoogte van zijn vorderingen. Terwijl wij heerlijk in het meer poedelden, in de schaduw lagen te lezen en de kinderen dan weer zwommen, dan weer Party & co speelden met hun vrienden of mooie dingen van de lego bouwden, zwoegde hij over de bergen. Terwijl wij lunchten – deze keer een erg smakelijke tonijnsalade met brood – klom hij tot zo’n zeventienhonderd meter.
Terwijl wij lunchten aanschouwden wij ook maar weer eens de buren die arriveerden. Een Nederlands verhit gezin arriveerde in de caravan links van ons – wij vroegen ons al een tijdje af wie daar nu zouden wonen. Het blijken verhuurbare caravans met voortent te zijn. Voorheen hadden wij alleen in de buurcaravan, in het weekend, een licht in verstand achtergebleven Italiaanse familie gezien. Vader, moeder en zoon die de hele dag praten tegen elkaar en waarvan ondanks dat wij geen Italiaans beheersen, wij horen dat de uitspraak is alsof ze dronken zijn. De teleurstelling is van de gezichten van de Nederlanders af te lezen. De folder had nog zo een ruime stacaravan op een lommerrijke plek direct aan het meer met uitzicht op de bergen beloofd. Alles klopt, behalve de caravan. Een oud stoffig ding met lelijke luifel op een plek waar het proppen is voor het kindertentje. Nu vanmorgen hun Italiaans buren gearriveerd zijn – de familie is uitgebreid met een net zo intelligent uitziende dochter dan wel vriendin van zoon – denk ik dat ze nooit weer naar Italië gaan, vreselijk is het er. Die buren overigens hebben voor het eerst geantwoord op onze pogingen om hen Bon Giorno te wensen. Maar dan wel pas op het moment dat Michiel, terwijl hij dit zei, tegelijkertijd, per ongeluk, een boer liet. Toen begrepen zij ons wel. Het gaat wat ver ze constant zo te begroeten.
De camping wordt drukker en drukker maar gelukkig gaat er ook wel eens iemand weg. Tegenover ons arriveerde om een uur of vier nog een gezellige Nederlandse familie met een enorme kar achter hun Mitshubishi. Wat er uit de kar klapte lijkt nog het meest op een marktkraam – bordjes met “Friet, Pommes Frites, Patatine Fritte, Chips”zouden niet misstaan. Roesscher – verse vis op de witte bovenkant ook niet trouwens. Wel makkelijk, desgevraagd – “Waar sta jij dan?” - vertelde dochterlief doodleuk: “In dat rare ding daar aan het begin”. Ik vermoed wel, aan hun blik te zien, dat zij onze uitstalling ook niet erg te waarderen vinden. Ook makkelijk: “In die grote uitstalling daar aan het begin” “Oh, die met dat kookeiland enzo…”
Bij terugkomst van Michiel blijkt hij een barre doch mooie tocht door de bergen om ons heen gemaakt te hebben. Een klim van veertienhonderd meter via Rifuga Calbagi naar de Monti Calbiga (1698 m.). Het dalen was het zwaarst, terug naar zo’n driehonderd meter, en resulteerde in het direct nemen van een Ibuprofen én een biertje bij terugkomst en natuurlijk even lekker snauwen tegen moeder de vrouw die toch best gewoon geïnteresseerd deed.
De boodschappen worden gedaan door Femke en mij en het glaasje Campari, met een paar ijsklontjes van Maria, smaakt heerlijk. De heren halen pizza’s bij hiernaast en die worden met smaak opgegeten. Omdat het toch al weer wat laat is gaan we een koffietje halen bij Maria op het terras. Voor het eerst deze vakantie zonder goede reden geen stand – eigenlijk kan het niet.


Carlazzo, zondag 22 juli 2007

Zoals gezegd was er gister al vroeg naar de markt gegaan omdat het vast een hete dag zou worden. Gelukkig maar, het was een zonnige en hete dag, dit in tegenstelling tot de dag in Bretagne vorig jaar toen de familie Schaepkens ons daar kwam bezoeken.
Terwijl wij een cadeau voor Jasper vonden, eindelijk shuttles voor het badmintonnen én postzegels voor de al geschreven ansichtkaarten werd er ook nog even verder gereden om te kijken of we volgende week een boot kunnen huren. Waar ons verteld was, blijkt dit niet mogelijk en Dongo lijkt nu de beste plaats. Op de markt werden er nog een paar mooie kazen, wat worst en vers fruit gekocht. Ook nog een paar van de fleurige armbandjes met belletjes die we allemaal zo leuk vinden. Bij terugkomst werden de postzegels geplakt en het kampement opgeruimd.
De laptop van Femke, waar zij altijd haar foto’s van haar digitale camera op zet, lijkt het niet meer te doen. Eerst leek hij alleen wat oververhit maar nu doet hij het echt niet meer. Wij hopen hem thuis nog weer aan de praat te krijgen anders zijn de tot nu toe opgeslagen foto’s verloren. Wie had gedacht dat we Otto nog zo zouden missen op vakantie. Om toch superverjaardagsfoto’s te garanderen werd er maar vast een extra memorycard gekocht. De heren deden ook de boodschappen voor de lunch want de Schaapjes zouden er om een uur of een kunnen zijn. Met het terugkeren van de heren, arriveerden zij en werd, na uitbundige begroetingen, de lunch geserveerd. De verhalen gingen over en weer. Ook zij hadden het erg goed gehad op hun stek in Toscane aan zee. De zwembroeken waren snel aan en met zijn allen was het goed aan de waterkant. De kinderen vermaakten zich goed – samen op de waterfiets is en blijft natuurlijk geweldig.
Michiel bracht de familie aan het eind van de middag naar hun B&B zodat zij verfrist en schoon konden wederkeren om mee te gaan naar, blijkt nu, het wekelijkse plaatselijke dorpsfeest. Omdat wij met zo velen zouden zijn, leek het ons een goed idee daar ook te eten. Wij schikten ons aan de ene kant links naast een Italiaans middelbaar echtpaar en aan de andere kant rechts naast een dikke moeke met even zo dikke zoon en schoondochter en nog een dame. Binnen tien minuten hadden wij de gehele schragentafel voor ons alleen; vijftien tetterende Nederlanders is voor elke Italiaan toch wat veel. Spiesen, volgens mij van onze slager, spareribs vergezeld met friet, bier, wijn, water en cola voor de kinderen. Prima. Wonder boven wonder staat ons prachtige danspaar van de vorige week ook in de rij, nog mooier deze keer. Hij draagt nu een hemdmodel wit shirt op dito witte broek met witte boots. Zij nu in een oranje, iets te cling-on dress; haar welvingen, ook daar waar ze niet horen, worden nog meer geaccentueerd. Meteen maakte onze Don Juan, hoe zou het ook anders, oogcontact met Evelien. Daarna hebben wij ze niet weer gezien – Don is uit zelfbescherming gevlucht omdat hij zich niet in onze Eef wilde verliezen.
Ondertussen dansten de lokalen er weer lustig op los en deden wij weer snel mee. Nienke durfde Rutger niet ten dans te vragen anders waren zij vast het paar van de avond geweest. Om half twaalf lagen de kinderen er in, keerden de gasten terug naar hun verblijf in de heuvels en dronken wij nog een afzakkertje voor onze tent samen met Harry. De politieagent blijkt een wiskundeleraar van zijn dochter te zijn die met erg veel humor zijn lessen op de middelbare school inhoud geeft. Zo zie je maar weer – misschien was hij een of andere mathematische berekening op de campingbordjes los aan het laten.
Vanmorgen was het wat bewolkt maar nu begint het helemaal op te klaren. Het belooft weer een prachtige dag te worden.


Carlazzo, maandag 23 juli 2007


Wat een superdag was het gister. Ondanks dat het gisteravond wat dreigde met onweerswolken is er – zoals Jasper vanochtend tegen Opa Lochem die hem belde om hem te feliciteren met zijn achtste verjaardag zei – nog geen drupje gevallen.

Omdat Nienke met name erg teleurgesteld was in het feit dat zij, nu zij geen communie had gedaan, niet wist hoe een hostie smaakt, was er besloten zondag naar de mis te gaan. Dan maar de boel besodemieteren, niemand die ons hier kent. Het luiden der klokken om kwart over negen liet mij Daan’s tent binnen duiken maar hij lag na de feestelijkheden van gister nog diep te slapen. Ook Veerle dus alleen de familie Van Loevezijn en Nienke en ik gingen ter kerke. Femke zweette peentjes omdat eerst Jacques en toen ik commentaar gaven op haar ontblote schouders in een hemdje waarop zij een vestje aan deed.
Een mooi kerkje met prachtige fresco’s op het plafond. Wij namen plaats in de banken, sekse gescheiden want dat moest in Italië nog volgens Jacques maar bleek achteraf niet zo te zijn, en keken wat onrustig om ons heen. Wij waren in grotere getale dan de rest en zaten ook nog eens vooraan. Ineens zagen wij de koperen plaatjes en dachten ook nog eens in gereserveerde banken te zitten. De gelukkig nu binnendruppelende mensen gebaarden dat dit niet zo was. God zij dank kwamen er nog twee, bleek later, luid zingende dames die alles uit het hoofd kende voor ons zitten. De pastoor was een jongere man zonder glimlach. De gehele dienst maakte hij geen contact met de congregatie maar sloeg wel - alsof hij de Here zelf om steun vroeg – de ogen lijdzaam ten hemel als er een heilige naam viel. Wij gingen allen ter communie en ze weet nu hoe het proeft.
De was werd gedraaid, een duik werd genomen in afwachting van de middag die wij door zouden brengen in El Cenacolo. Tegen een uur of twaalf was de familie S. ook weer gearriveerd nadat zij heerlijk hadden geslapen en goed hadden ontbeten bij de vriendelijke mensen van hun B&B. Ondanks de wat kleine, dikke oogjes van de kinderen door slaaptekort had iedereen er zin in. En wat een feest was het.
De tocht ernaar toe – eerder al omschreven als een niet mis te verstaan avontuur waarbij de bijrijder zelfs het zweet in de handen heeft staan – was deze keer een nog grotere uitdaging. Nog groter omdat: a. er geen parkeerplaatsen meer waren en er b. nog aardig wat auto’s geparkeerd moesten worden en c. je op de weg niet keren kan. Toch lukte het veilig te arriveren. Pinoccio – de baas met hoed – en naar vermoeden zijn zoon die deze dag de bediening verzorgde verwelkomde ons hartelijk, als oude bekenden bijna. Het gehele etablissement was afgeladen vol, binnen en buiten, met grote Italiaanse families. Voor het eerst deze vakantie was er buiten ons illustere gezelschap geen Nederlander, zelfs geen buitenlander, te bekennen. Zoals afgesproken mochten wij onder Het Laatste Avondmaal plaatsnemen. Er was gedekt met rood-wit geblokte kleden voor sei adulte e nove bambini. De wijn en het water kwamen op tafel gevolgd door antipasti – salami, spek en bressola in dunne plakjes – met brood. Vervolgens natuurlijk de primi: kale spaghetti met geraspte kaas en een heel klein beetje saus maar zonder onze gewoonlijke opsmuk al erg lekker. Secondi bestond uit spareribs, gebakken aardappels en sla. De spareribs waren door Pinoccio buiten, op grote roosters die draaiden boven het houtskoolvuur aangedreven door een prachtige waterradmolen, gebraden. Echt zoals ze horen te zijn, vlezig maar ook knapperig. Tenslotte heerlijke vruchtentaart toe. Dit alles ging in een tempo tranquillo, op zijn Italiaans waarbij er genoeg tijd was rustig te praten en te eten. De kinderen liepen in en uit omdat ze regelmatig even naar de beek gingen kijken. De kleinste meisjes tekenden of kleurden wat en speelden met de barbies op de grond voor de enorme haard die ’s winters zeker zal branden.
Natuurlijk was het onvermijdelijk dat er meerdere kinderen vooral met de achternaam Dogger onderuit gingen op de gladde stenen van de beek en een nat pak haalden. Tegen vieren knapten ook wij uit elkaar en gingen naar de beek. Terwijl ik nog zo goed kon uitleggen aan mijn kinderen dat je wel altijd heel voorzichtig moet doen – want stenen in de beek zijn glad, dat weet je toch – kon ik het zelf ook niet droog houden. Ik voelde mijn schoen glippen en was van top tot teen doorweekt. Terwijl het toen niet erg pijnlijk was, prijkt er nu een dikke blauwe plek op mijn rechterbil en realiseer ik mij dat je bij elke stap die je neemt je billen wel degelijk bewegen.
Omdat grote mensen ook kinderen blijven bouwden wij natuurlijk met vereende krachten een dam. In de mooie poel ervoor was de verkoeling gauw gevonden.

Bij terugkomst op de camping had Fien nog een lekker flesje prosecco te openen en ook de kaasjes en de worst op toast smaakten ondanks de copieuze maaltijd van die middag toch maar weer prima. Tegen negenen waren kinderknollen echt op en zwaaiden wij onze vrienden uit die morgen weer naar de Hademanstraat vertrekken. Het is wel zonde want ons wacht weer een feestelijke dag. Met slingers en ballonnen versierd en met het prachtige door Femke gemaakte spandoek “Hoera Jasper 8 jaar” (waarover de puberbuurmeiden van hiernaast het niet konden laten hun moeder in te wrijven dat zij nooit dat soort dingen voor hen gedaan had) kan het niemand ontgaan. Wij hebben Tentfeest vandaag.


Carlazzo, dinsdag 24 juli 2007


Ingesloten tussen twee caravans en onze eigen auto zit ik te schrijven. Van uitzicht op het meer is geen sprake, sterker nog. Wij kijken uit op en van de meest lelijke caravans ooit: groot en gemaakt van een soort wit slangenleer. Gelukkig is de frietkraam wel verdwenen, bleken ook nog eens onaardige mensen te zijn.

Claire kwam mij gister om acht uur melden dat we voor Jasper gingen zingen. Gewapend met cadeaus en fotocamera, in het gezelschap van Eva, Anna en Tessa kropen wij zoveel mogelijk in zijn tent. Het horloge maar vooral de nieuwe game voor zijn Nintendo viel in de smaak. Hij was ook blij met de drie dobbers, ingepakt in het door Nienke gemaakte kadopapier. Buiten moest hij nog even zoeken naar de hengel die we tegen de berk hadden gezet. Na het ontbijt en het lezen van de door opa’s en oma gestuurde kaarten werd er taart gehaald door Femke, Jacques en de dames terwijl Jasper, al was hij maar moeilijk los te trekken van zijn nieuwe spel, met Michiel en Daan ging vissen met zijn nieuwe hengel. Binnen een paar seconden had hij al beet en liet zich als een echte visser met de vangst fotograferen.
Samen met Harry en zijn kinderen (Teun, Flin en Roos) en Jan en Bonnie met kinderen ( Tessa en Rutger) werd er gezongen – luidkeels in alle varianten – met handenklap en voetenstamp. De taart met koffie smaakte goed. Reuze gezellig zaten wij tussen de middag al aan de borrelhappen en wijn. Natuurlijk weer wat te veel zodat wij allemaal even uit elkaar gingen voor een frisse duik en wat rust. Michiel retourneerde met hamburgers en andere barbecue-spullen van de supermarkt waarna iedereen terugkeerde om gezellig samen te eten. De kinderen vertrokken na zich rond gegeten te hebben naar het meer terwijl wij een cappuccino dronken opgehaald bij Maria. Als sluitpost van het feest had Harry nog een verassing en gingen wij allen naar het meer. Uit de plastic tas die hij als de hele avond onder zijn stoel verstopt had toverde hij vuurwerk – echt geweldig leuk. Onder de oh’s en ah’s en het applaus voor de laatste mooie draaier aan de boom, kwam het prachtige tentfeest bijna tot een waardig einde. Natuurlijk mag er als je acht jaar wordt geen disco ontbreken en deed Michiel Madonna in de Cd-speler van de Volvo. Op beschaafd en gezellig niveau kwam “Times goes by”uit de speakers. De kinderen dansten in het rond en hadden veel plezier. Tot binnen nauwelijks twee coupletten Mevrouw Roesscher van de viskraam kwam vragen of het wat zachter mocht, haar dochter sliep want morgen gingen ze naar huis. Gelukkig maar.
De afwas met zijn vieren was gauw gedaan en ondanks dat het even spetterde eerder die avond was het heerlijk even zitten met de benen omhoog. Vannacht heeft het heel even harder geregend. In plaats van spikkels uit de Lindeboom hebben we nu suikerstroop op de tent, niet genoeg zoals we gehoopt hadden om het er allemaal af te spoelen. Vandaag is het weer heerlijk en gaan we naar Lugano.


Carlazzo, woensdag 25 juli 2007


Wij blijken ons toch wel ons erg gelukkig te mogen prijzen met het weer hier. In Nederland lijkt het wel herfst, wisselvallig en zeventien graden. Hier is het strak blauw met zo’n graad of dertig. Het zal de reden zijn dat hier net zoveel Nederlands gesproken wordt als op Krieghuusbelten. Gisteravond bij terugkomst uit Lugano was er niet alleen geen uitzicht meer op het meer maar überhaupt geen uitzicht. We zijn volledig ingesloten tussen alle tenten en caravans. Ons mooie zitje waar wij de dag ervoor nog zo uitbundig feestvierden is verplaatst onder onze eigen luifel. Tussen de wit slangenleren caravan en onze tent is nog een tentje komen te staan. Vanmorgen zijn ze weer vertrokken maar gelukkig staan links van ons nog wel de Zwitserse mannen, ongeveer tien, die een enorm groen zeil gespannen hebben waaronder ze slapen.


Gister gingen wij gezamenlijk naar Lugano. Op weg naar de camping hadden wij overal al de grote aanplakbiljetten zien hangen dan wel staan van de tentoonstelling van Georg Baselitz. Omdat het middaguur geslagen had toen wij aankwamen, gingen wij eerst naar MacDonalds, dit natuurlijk op verzoek van de kinderen. Zelfs de Mac in Lugano is stijlvoller met uitzichten over het meer.
Al zag ik het in eerste instantie niet zo zitten om met alle kinderen naar een tentoonstelling te gaan, beleefde iedereen veel plezier. Dit, ondanks het feit dat Daan eerst nog zijn grote teen klem kreeg onder de automatische draaideur. Na kundig verbinden door zijn vader met hulp van de Italiaanse portier en een pijnstiller ging het weer en konden wij de schilderijen en beelden gaan bekijken. Waarom Baselitz nu precies op de kop schildert is ons nog steeds niet duidelijk. Maar voor de kinderen was het op de kop hangend tussen de benen door bekijken van Het kleine vuurtje, Twee knieën of Nog eenmaal Mexico erg vermakelijk. De jonge suppoost vond het minder geslaagd en werd wat zenuwachtig van zoveel bambini. Na afloop kozen de kinderen allen nog een kaart en splitsten wij. De moeders gingen winkelen terwijl de vaders met de kinderen een waterfiets huurden en het meer opgingen.
Femke en ik hadden besloten de winkels zonder prijzen in de etalage maar over te slaan. Die waren er genoeg: Louis Vuitton, Bulgari, Dolce & Gabbana. De wat minder luxe zaken deden wij wel aan en hielden de aankopen met een truitje en een paar slippers erg binnen de perken. De azuurblauwe kleur van het meer, de bergen om ons heen, de terracottakeuren van de winkels en gebouwen maakten alle bezigheden extra leuk.
Femke en Jacques zouden inkopen gaan doen voor pasta die avond terwijl wij in het eerder genoemde kermislandschap arriveerde. Femke belde om te vragen of ik haar portemonnee misschien had maar dat was niet het geval – kwijt dus. Geen idee waar of hoe maar écht wel weg. Creditcard, Postbank- en Rabopas, rijbewijs ook. Niks voor Femke eigenlijk. En ze had nog wel zo naar een nieuwe gekeken in die ene winkel. Passen geblokkeerd en ze zijn nu terug naar Lugano om aldaar aangifte te doen. Misschien dat hij nog in de winkel van haar laatste aankoop ligt. Dan brengen de scherven van het kapot gevallen glas bij de afwas van Charlotte en Nienke nog geluk.
Eindstand Boerenbridge Femke 197, Jacques 193, Petra 190, Chiel 163. Had ze tenminste iets!


Carlazzo, donderdag 26 juli 2007


Iedereen slaapt nog terwijl ik al schrijf. De Franse buurvrouw achter ons is al druk in de weer om 7.03 uur zoals mijn mobiel aangeeft en ik ben nu ook wakker. Omdat wij vroeg gaan vertrekken vandaag schrijf ik nu maar vast.

Zoals gezegd gingen Femke en Jacques gisteren terug naar Lugano op zoek naar een portemonnee. Terwijl wij zwommen en visten kropen zij als inspecteur Clouseau over de parkeerplaats van gister om onder de auto’s te kijken of hij er nog lag. Terug via het park naar de Cosmo-winkel. Bij de Servizio Clientella ook niets dus eindigde de reis om kwart voor twaalf op het politiebureau. Uiterst behulpzaam ging agent A op zoek naar agent B die wel wat Engels sprak. En terwijl de tralies omhoog kwamen – de politie houdt hier gewoon siësta tot groot ongenoegen van twee Duitse dames met een geheim dat ze niet aan Femke prijs wilden geven – begon Femke hem toch wel te knijpen. Maar agent B verscheen en er kon aangifte gedaan worden.
Bij terugkeer aten wij snel wat en gingen op weg naar Dongo waarvan we wisten dat je er een bootje kon huren. Dat bleek daar aangekomen niet meer te kunnen die dag dus werden er twee gereserveerd voor vandaag. Omdat wij bepakt en bezakt met zwemspullen waren, zochten wij een plekje aan de waterkant. Er stond een verkoelend windje aan het Como-meer en met behulp van de vele watersporters in boten zelfs wat golfslag. De kinderen waanden zich direct weer aan zee en doken over en onder “de golven”door.
Hoewel Michiel klaagde dat hij geen tijd heeft om eens rustig een boekje te lezen, hebben wij hem uitgelegd dat hij dan altijd ligt te slapen. Ook hier bij de waterkant lagen de heren te slapen terwijl de dames een boek lazen. In de late middagzon was het er uiterst aangenaam. Je krijgt dan al snel dat je geen zin meer hebt om op te staan laat staan naar huis rijden én eten koken dus stopten wij bij de pizzeria.
Buiten op het terras keken wij uit op het Lago di Piano maar konden net de camping niet zien. Een fenomenaal uitzicht kon toch niet helemaal verhullen dat deze tent nog een zeer lange weg te gaan heeft wil het een eervolle vermelding in de Lekker krijgen. Wij namen allen iets van de gewone kaart. Misschien hadden we gewoon pizza moeten nemen. Door de opdringerige Nederlanders die toch in de rij stonden om ook hier te eten besloten wij koffie en ijs bij Maria te doen.
Bij terugkomst bij onze tent hing er een briefje van Maria aan de waslijn en, terwijl het Ave Maria van het klokkentorentje klonk, bleek de verloren portemonnee op het politiebureau in Lugano te liggen. Weliswaar zonder de vijftig euro die er in zat maar toch hopelijk het rijbewijs nog wel. Brengen de scherven toch nog geluk!
Dat moet wel. Tussenstand Boerenbridge: Michiel 117, Femke 109, Petra 76, Jacques 51. Geluksscherven. Anders wint toch niet degene die op eigen houtje beslist de helft van het gezelschap een dag later naar huis te laten vertrekken dan de andere helft, tegen eerder in goed overleg gemaakte afspraken in. Ik ben het er niet zo mee eens maar zal me er maar bij neerleggen en er een mooie dag van maken vandaag. Mocht ik wat chagrijnig op de foto’s staan dan is duidelijk waar het van komt.


Carlazzo, vrijdag 27 juli 2007


In de middagzon aan het meer schrijf ik voor de laatste keer. Het is druk aan het water terwijl vanmorgen toch heel wat Nederlanders huiswaarts zijn gekeerd. Ook onze vrienden zijn vanmorgen vertrokken.

Gisteren hadden wij samen wel de waardigste afsluiting die deze vakantie kan hebben. Al vroeg waren wij uit de veren om opnieuw naar Dongo te gaan. Gauw kochten wij nog wat broodjes bij ons bakkertje en weg waren we. Het weer leek wat tegen te vallen, zelfs zo dat we een trui meenamen voor aan boord. Hij is maar heel even aan geweest.
In Engels met een zeer Italiaans accent werd het besturen van de boten aan de beide heren uitgelegd. Bepakt en bezakt met zwemspullen en picknick starten wij de veertig PK motoren en gaven gas. En hoe – tjonge wat kunnen die boten hard. Nummer negen met de Van Loevezijntjes en nummer tien met de Doggertjes spoten weg over het water. Had ik nog een beetje de pee in, was dit plotsklaps verdwenen. Het JAHOEI !!! van Femke zei ook genoeg. Het WAUW VET…. van de kinderen ook.
Wat ontzettend spectaculair. Per direct waanden wij ons de meest rijke, mondaine inwoners van Lugano die een dagje uit varen waren. Met full speed, zo’n vijfenveertig kilometer per uur, raceten wij over het water. Eindelijk gleden de prachtige plaatsen als Bellagio, Menaggio aan ons voorbij waarbij wij ze vanaf het water pas echt in volle glorie konden zien. Het weer trok per direct bij en al gauw lag het zonnedek vol. Omdat er nog niet echt ontbeten was, stopten wij midden op het Comomeer, knoopten de boten aan elkaar en aten een broodje. Een van de betere ontbijtjes ooit. Alleen de koffie ontbrak dus cruisden wij verder naar Menaggio en deden precies waar wij voorheen alleen over spraken: wat zou het mooi zijn om even je bootje aan te leggen, cappuccinootje op het terras en weer verder varen. Als ware ervaren cruisers meerden wij aan en deden precies dat. Bij terugkeer bij de boten was er een aantal jongens van de steigerpalen aan het springen, dus kon een aantal van ons dit ook niet laten.
Na vol gas verder gevaren te zijn mochten de kinderen om beurten het roer overnemen. Wat geweldig. Ooit een meisje van vijf achter het roer van een speedboot gezien? Omdat het al weer aardig warm werd, zetten wij de motoren af en plonsden van de boeg in heet water, dan wel zegen waardig van het trappetje zonder ons haar te benatten. Superhelder, heerlijk van temperatuur, echt fantastisch met ook nog eens alles om je heen mooi. De wijn werd ontkurkt en dat maakte het gevoel van luxe toch wel erg compleet. Time flies when you’re having fun en ook aan dit geweldige avontuur kwam een eind.
Femke ging met gezin haar portemonnee halen uit Lugano zodat ze in elk geval haar rijbewijs weer had. Politieagent A nam haar weer mee en zonder op zoek te gaan naar agent B moesten er weer wat formulieren ingevuld worden om haar eigendom weer terug te krijgen. Daarna gingen ze terug om al vast een groot deel van hun kampement in te pakken.
Wij gingen naar Menaggio waar we op hetzelfde terras van eerder die dag een broodje aten. Omdat wij nog een middag hadden namen we de boot naar Bellagio, toch wel weer een van de mooiere plaatsjes aan het Comomeer. Prachtige straatjes met mooie, luxe winkels, chique hotels en dure restaurants. Op de terugweg kochten wij nog het parfum waar de dames Dogger zo verliefd op waren geworden en keerden ook terug na wat boodschappen naar onze vrienden.
Al ernstig bezweet en hard opgeschoten met inpakken troffen wij hen aan. De laatste gezamenlijke maaltijd bestond uit St. Jakobsschelpen met peterselie en echte pancetta, worstjes met gebakken aardappels voor de kinderen. De laatste restjes wijn en Amaretto dronken wij in een half kampement. Vanmorgen kwart voor tien vertrokken zij uitgezwaaid door Harry en ons. Gelukkig had Jacques nog wel zijn zwembroek aan onder zijn reistenue.

Wij hebben nog twee kleine tentjes staan en de rest zit er in. De ergste pik van de luizen uit de Linde hebben we overal afgespoeld, een laatste lunch in de schaduw ervan genuttigd. Vanavond eten wij in een restaurant en morgen om zeven uur reizen wij ook huiswaarts. Ik neem een laatste duik en geniet nog heel even van de laatste zon aan het Lago di Piano.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten