maandag 11 oktober 2010

Medaille d'Or

Soms heb je van die dagen – van die dagen die een gouden randje lijken te hebben. En gister was zo’n dag.

Die dag begon eigenlijk al ergens in februari toen wij de eerste stap deden naar het goud van gister. Een vriendin en ik investeerden toen in ons eerste leasecontract. Nou is dat voor hele hordes een heel gewone actie maar voor ons bijzonder. Bovendien was het geen auto die wij leaseden maar wijnstokken. Tien rode en tien witte. En met het zetten van onze handtekening wisten wij ons - behoudens vreselijke natuurrampen of overige onvoorziene tegenspoed – verzekerd van onze eigen tien flessen rode en tien flessen witte wijn.
Het was niet eens de charmante overtuigingskracht of het ongebreidelde enthousiasme van de wijnboer die mij over de streep trok. Wat mij het meest aantrok was dat je met alles kon komen helpen: snoeien, opbinden en natuurlijk regelmatig tegen je wijnstokken praten in de hoop dat er nog mooiere trossen aan zouden komen dan aan die uit het leasecontract van de buurman. Onweerstaanbare associaties had ik met die romantische Bertolli-reclames waar hele families ook allemaal romantische dingen doen met tomaten voor de pastasaus of met olijven voor de goudgeelste olie. Ik zag mijzelf direct met gebloemde hoofddoek en opgestroopte hemdsmouwen langs de stokken struinen en mijn mandje vol laden met dikke trossen. Of beter nog – de trossen in mijn opgeschorte rokken om ze daarna in een grote houten tobbe te gooien waar wij dan later blootsvoets in stampten om ze te pletten!

En gister was het dan zover. De druif mocht geplukt. Tegen elven werden wij door de wijnboer in zijn gaard ontvangen. Geheel in Bertolli-stijl zetten wij ons eerst in de warme oktoberzon met koffie en appeltaart, natuurlijk van eigen appels uit de naast de wijn- gelegen fruitboomgaard. Met de autoriteit van een al generaties overgedragen kennend oog keurde de wijnboer nog eenmaal met zijn futuristische kijker het suikergehalte en daarmee het potentiĆ«le alcoholpromillage van de druif. Dat goed bevonden, schortte wij de rokken op en gingen aan de pluk. Tussen de al wat verkleurde bladeren en in de zon waande je je al gauw Piemonte in plaats van in Raalte. Voor wij het wisten behoorden ook wij tot de aloude generaties van druivenplukkers en knipten we ze vakkundig van de ranken, sorteerden we eerste dan wel tweede keus en weifelden geen moment de slechte zo in het gras te werpen. Tegen de lunch hadden wij al kisten vol en genoten wij aan de lange tafels buiten van soep, brood en natuurlijk een glas wijn. Nog een laatste pluksessie bracht ons naar de enige teleurstellingen van de dag – pletten met de voeten was er niet bij. In een mooie molen werd de eerste plet volbracht en konden wij de eerste persing proeven. Een heerlijk zoet druivensap in mooie glaasjes deed de ronde en was zo lekker dat het wat mij betreft ook zo de fles in had gekund. De afsluiting met een heerlijk glas wijn in de avondzon maakte mijn Italiaanse plaatje compleet.

Ik kan niet wachten tot ik de eerste kurk van de fles kan trekken, romantisch de glazen vol kan laten klokken en met mijn allerliefste Bertolli-glimlach kan zeggen: “ Secondo la tradizione antica famiglia, naturalmente!”.